In 2013 maakte de (destijds) Westfield Against Cancer Cup de lange reis naar Dijon-Prenois om daar voor het eerst een opwachting te maken. Dat was een ontmoeting die prima beviel. Dermate goed zelfs dat vorig jaar de Leyton House Westfield Cup opnieuw haar opwachting maakte op het Franse circuit. Ook in 2017 staat de ontmoeting met de Trophée de Bourgogne van de Belgische Kronos organisatie op het menu. DrivingFun is het bedrijf dat voor de Plusprint.be Westfield Cup het dit jaar mogelijk maakt om te rijden waarbij de schitterende bekers geleverd worden door easyWash.
Het tijdschema dat de goede mensen van Kronos hebben opgesteld behelst niet alleen drie races van vijfentwintig minuten, te verdelen in één op de vrijdag en twee op de zaterdag, maar ook een heuse trackwalk, waar meerdere rijders gebruik van maken. Daarnaast is er een vrije training van twintig minuten en vijfentwintig minuten aan tijdtraining. Daarnaast is er voor alle deelnemers aan het Kronos evenement een extra sessie van 150 minuten aan vrijrijden. Een sessie die voor Lex Peters in 2016 niet goed eindigde. Toen ontmoette hij een ongelukkig geplaatst bandenstapel en schoot de officiële Westfield Cup Reddende Engel Rob Bethlehem te hulp door met diens eigen Westfield de reis naar Dijon te ondernemen. Hulp die, in 2016, in de laatste race tot een overwinning leidde!
2013 bracht een zonnige vakantie voor de cup. In 2016 was er regen en een excellerende Lex Peters. 2017 beloofd droog te blijven. De zon doet ernstig haar best, maar het vroege voorjaar geeft nog niet of. Het is een geluk dat de Westfields geen voorruit hebben want ’s ochtends vroeg moeten alle auto’s met een ruit krabben, met dank aan de nachtvorst. Met de zon erbij stijgt de gevoelstemperatuur echter snel en wordt het een behaaglijke dag. Veel, maar niet alle rijders, maken gebruik van de mogelijkheid om de extra kilometers te maken en zo in de vrijrijdensessie de baan (beter) te leren kennen. Voordat hij bij deze sessie de baan op kan moet er nog gesleuteld worden aan de auto van Mies van Grunsven: De auto sputtert, loopt slecht en rookt flink. “Ik heb er een lichte accu in zitten,” zegt Mies, “dat mag van de cupreglementen, maar de accu is misschien te licht voor bij deze kou.” Wat Mies wel goed voor elkaar heeft: Marianne Tromp sleutelt aan zijn auto. Ze werkte eerder aan de auto’s van Jan Stakenburg en Dennis de Groot toen beide heren de titel, respectievelijk in 2012 en 2013, wonnen. Op de plattegrond van het circuit lijkt de baan makkelijk en zelfs een beetje saai. Maar éénmaal aan het rijden moeten de coureurs rekening houden met forse hoogteverschillen en bochten die wegvallen. Daarnaast is er het lange rechte stuk dat voor slipstream mogelijkheden zorgt.
De officiële vrije training verloopt voor de meeste rijders probleemloos. Hoewel de auto van Mies nog niet helemaal fit is kan ook hij flink wat ronden draaien. Minder soepel verloopt het voor Michiel van Beuzekom. Hij is niet alleen nieuw op Dijon, het is ook zijn tweede deelname aan de cup. Motorproblemen zorgen ervoor dat hij de snelheid niet kan vinden en uiteindelijk tien seconden langzamer is dan de snelste rijder. Dat is Ronald Lenters die bijna een halve seconde voor Jan Frensch de eerste plaats pakt. Achter Jan is het drukker. Op 0.128 volgt Lex Peters, daarachter op 0.070 is het Willem Vriend met op 0.067 Dennis de Groot. Rainer von Klier is ‘maar’ zesde, maar het verschil met Dennis is 0.032 seconde. Hoezo is dit een competitieve klasse?
De tijdtraining volg ik niet vanuit het hokje dat mij door de organisatie beschikbaar is gesteld en sta ik ‘gewoon’ weer langs de baan te kijken. Zo zie ik hoe Lex Peters het veld de kwalificatie in leidt. Willem Berendse blokkeert een wiel bij het aanremmen van de lastige Gauche de La Bretelle, een linkerbocht die van de rijder ‘weg’ valt; de baan gaat niet alleen naar links maar ook omlaag. Jan Stakenburg is flink aan het stampen. Eerst gaat hij wijd bij de Courbe des Gorgeolles; een ronde verder spint hij op precies dezelfde plek. Ook Lex Peters zoekt de grenzen van de grip op: hij spint in de Gauche de la Bretelle. Dan zien we John Hoogland langzaam door de Gorgeolles rijden, dat heeft een reden: “De draagarm is gebroken,” zegt John, “maar ik kon ermee naar de pits rijden.” Staande op de wal tussen de Gauche en Gorgeollesbochten is te horen hoe de motor van Koen Joustra, ditmaal deelnemer in de equipe met Daryl Romijn, ernstig sputtert en ploft. “In alle linkerbochten houdt de auto in,” zegt Koen, “Op het rechte stuk en in de rechterbochten is er niets aan de hand. De lol is er niet minder om, dit is een lekker circuit,” zo besluit hij. Ook Max Snoeck rijdt langzaam door de Gorgeollesbocht, maar niet om technische redenen: “Ik wilde wat ruimte creëren om een vrije ronde te hebben, maar dat ging niet goed. Ik zat niet lekker, raakte uit mijn ritme. John (Hoogland, red.) spinde ook nog, toen raakte ik helemaal niet meer in mijn ritme en ben ik de pits in gegaan, het ging gewoon niet harder.” Rainer von Klier en Willem Vriend komen dicht bij elkaar: in de Gauchebocht stuurt Willem in maar realiseert zich net op tijd dat Rainer er rijdt en hij verminderd de stuuruitslag. Meer actie is er niet in de tijdtraining want rode vlaggen breken de sessie af. De oorzaak is Eric Janssen. De race in Dijon is voor hem wat makkelijker dan die in Nederland want hij komt altijd vanuit Barcelona om in de Westfield Cup te rijden. Dijon is dichterbij. Hij laat zich echter verrassen bij het uitkomen van de Gauchebocht. Hij spint en glijdt richting de bandenstapel. De impact is niet hard, maar genoeg om schade te veroorzaken aan de wielophanging en de neus. “Ik was aan het pushen,” zegt Eric, “maar ik gaf net teveel gas, kwam net teveel op de curbstone. Daar kreeg ik overstuur. Ik dacht dat ik de auto nog kon houden, maar dat lukte niet. De tik was zacht, het valt allemaal mee.”
Danny Lammers rijdt zijn tweede evenement sinds zijn terugkeer in de cup. “Het ging goed,” zegt hij na de sessie, “Het is de tweede keer dat ik hier rijd. Ik kreeg een mooie slipstream van Hans (Wellink, red.), waarvoor hartelijk dank, Hans. Daarna reed ik achter Dennis (de Groot, red.) aan om zo te spieken hoe hij de lijnen rijdt. Ik merk wel dat je zonder slipstream hier niet veel kunt.” Bij Michiel van Beuzekom gaat het nu beter: “De technische problemen zijn opgelost,” zegt hij, “nu kan ik vol gas geven, de baan leren kennen. De auto is nu goed.” Bij Luc Brandts is het de vraag hoe het ging, “Mijn laptimer doet het namelijk niet.” Mark Jobst is één van de nieuwe namen in de cup. “Het ging beter dan vanmorgen,” zo vertelt hij, “na het vrijrijden hebben we, Arjen van RAEK Racing en ik, de data bekeken en gezien waar ik tijd kan winnen. Ik ben nu een seconde sneller. Ik kijk uit naar de race en hoop daar dichter bij de top te komen.” “Ik had een dubbele slipstream,” zegt Willem Vriend, “Ik was de pits in geweest, liet de jongens van MB Motorsport er wat benzine bij doen en ging de baan weer op. Ik reed eerst achter Mies, ben hem voorbij gegaan en zag toen Rainer. Ik haakte bij hem aan om de slipstream te pakken,” zo vertelt hij over de ronde die hem de Pole Position opleverde. Lex Peters is tweede op slechts 0.006 seconde achterstand. Dennis de Groot is derde, voor Rainer von Klier en Ronald Lenters. Ondanks zijn crash is Eric Janssen toch zesde.
Vanaf die derde plaats is het Dennis de Groot die de kopstart pakt, maar lang kan hij er niet van genieten. Lex Peters grijpt al één ronde later de kop voor Willem Vriend. Koen Joustra komt langs met een ontbrekende motorkap en hij zet de auto stil op de escaperoad. “Ik had al een niet lekkere plek op de startgrid en daarna ook een slechte start, samen met Willem Berendse.
Op zich had ik een goede eerste bocht, maar daarna was het probleem met de linkerbochten terug. Aan het einde van het rechte stuk verloor ik de motorkap. Toen die wegvloog tikte hij de oliedop weg waardoor ik onder de olie kwam. Alles wordt gerepareerd zodat ik morgen kan starten, al is het van de laatste rij. Daar sta ik dan met Eric Janssen.” Eric rijdt nog rond, maar: “Het ging lekker,” zegt hij, “het ging ook voorzichtig. Ik reed ergens rond de zevende of achtste plek en schakelde vervolgens mis. Daardoor spinde ik en kwam ik in het grind. Daar heb ik vier ronden verloren. Zonde,” zo besluit hij, “want ik startte als zesde.” Intussen heeft Rainer von Klier de leiding overgenomen en voert het veld aan voor Dennis de Groot, Willem Vriend en Lex Peters. Eén ronde verder: er is een nieuwe leider. Lex Peter leidt nu voor Willem Vriend, Dennis de Groot, Rainer von Klier en Ronald Lenters, alle vijf erg dicht bij elkaar. In het middenveld is het Hans Wellink die Yves Deplus bij het ingaan van de Parabolique inhaalt. Vooraan het veld is er enige regelmaat ontstaan nu Rainer von Klier de leiding heeft, al wisselen de posities achter hem per ronde. Dennis de Groot, dan weer Willem Vriend, dan weer Dennis. Elke ronde is er een wisseling te noteren. De drie rijden elke omloop dicht bij elkaar en zetten Ronald Lenters op een kleine achterstand. Achter Ronald is er een groter gat naar Lex Peters, Jan Frensch, Mark Jobst en Mies van Grunsven. De code 60 situatie in de tiende ronde wordt veroorzaakt door Eric Janssen, de oorzaak ervan was reeds vermeld.
De YouTube PlayList van het 2e Event van Dijon Prenois tref je hieronder aan:
Max Snoeck was een getuige toen de motorkap van Koen Joustra aan een eigen leven begon: “Ik reed vlak achter bij hem en kreeg de motorkap onder mijn auto, maar gelukkig heb ik geen schade opgelopen,” zegt Max. Voor Yves Deplus kwam er ook een voortijdig einde aan de race: “Ik had problemen met een spatbord en het wiellager linksachter is kapot, vandaar dat ik gestopt ben,” legt hij uit. Mies van Grunsven is bijna helemaal tevreden: “Fantastisch,” zegt hij, “ik had wat kleine electronische problemen waardoor de motor inhield, maar ik kon van plaats elf naar zeven rijden, alleen door mensen in te halen. Iedereen die spinde deed dat achter me. Hier doe ik het voor,” zegt hij met een grote lach op zijn gezicht. Ook Luc Brandts is tevreden: “Heerlijke race,” zegt hij, “Ik zat bij een mooi groepje, Hans, Jan Stakenburg, Yves Deplus, Patrick Boxem en ik kon ze goed bijhouden. Ik moet alleen nog één bocht verbeteren.” Mark Jobst is ook positief: “Een superspannende race,” zegt hij, “veel gevechten. Ik startte als achtste, werd door Jan Frensch ingehaald, maar ik kon hem en Danny Lammers via de slipstream inhalen. Daarna ging ik op jacht naar Eric Janssen, maar hij viel uit. De Code 60 was niet handig, daardoor verloor ik veel tijd en twee plaatsen. Verder ging het goed met goede rondetijden.” Hetgeen tot tevredenheid leidt bij Arjen Heeck die de auto’s van Mark en John Hoogland prepareert. Lex Peters glundert ook: “Erg ruig hier,” zegt hij, “straatgevechten zijn het. Ik ben achterstevoren gegaan, in de esses eraf, maar ik kon meteen door en ben alsnog van plaats tien naar vijf gereden.” Gemengde gevoelens bij Hans Wellink: “Ik heb leuk gereden,” zegt hij, “maar het ging niet zo hard. Ik kan wel wat met de auto, alleen de snelheid zit er nog niet in. Dat ligt aan de rijder, niet aan de preparateur.” Lang kan hij niet praten want hij moet aan het werk. Niet alleen draagt hij zorg voor de auto’s van Koen Joustra, Eric Janssen, Luc Brandts en zijn eigen #33; hij is ook verantwoordelijk voor de barbecue alwaar de rijders met veel genoegen aanschuiven.
De nacht valt en het is een frisse. Het vriespunt wordt even aangetikt en daarbij komt dat de rijders, monteurs en overige Pluspunt.be Westfield Cup medewerkers al vroeg op moeten want om half negen in de ochtend staat de tweede race van het evenement al op het programma. Bijna alle auto’s komen van de pre-grid weg op pad naar de daadwerkelijke startopstelling. De uitzonderingen zijn Eric Janssen wiens auto in de koude ochtend dienst weigert en Hans Wellink die de #40 Wespfield probeert te overtuigen dat een deelname aan de race een beter plan is dan stil blijven staan. Gelukkig slaagt hij hierin waardoor Eric op pad kan en kan Hans zelf ook instappen. Met de formatieronde als buffer kunnen beide heren hun originele plaats op de grid innemen en starten zoals het plan was. De zon schijnt, het is nog fris maar het warmt langzaam op. Als het veld aankomt bij de Gauchebocht is er gepiep van banden, een klap en rondvliegende onderdelen: Eric Janssen en Max Snoeck raken elkaar. Eric hierover: “Ik had een enerverende race. Ik kwam naast Max aan bij de bocht, hij dook erin en raakte mij waardoor ik mijn rechterachterspatbord verloor.” Max over het incident: “Ik raakte Eric,” zegt hij, “Hij zat naast me, ik moest op een gegeven moment wel rechtsaf, omdat de bocht zo liep, iedereen remde en ik stuurde in en raakte Eric. Erg jammer, dat gun ik hem niet en mezelf ook niet.” Het onderdeel van de auto van Eric veroorzaakt een Code 60 en geeft Max de gelegenheid even de pitsstraat te bezoeken om het linkerachterspatbord van zijn auto te laten halen. Op dat moment leidt Willem Vriend, maar dat zal niet lang duren want hij wordt gepasseerd door Lex Peters. In de vijfde ronde leidt Rainer von Klier voor Willem en Lex, met Jan Frensch op de vierde stek, waarna er een gat is geslagen naar de concurrentie.
In de zevende ronde waagt Jan Frensch een aanval bij Lex Peters in de Gauchebocht, wat wel lukt, maar na het rechte stuk zijn de rollen weer omgedraaid. Mark Jobst spint in dezelfde Gauchebocht, maar hij kan zijn weg vervolgen. In ronde acht weet Dennis de Groot aansluiting te vinden bij het groepje aan de leiding alwaar Rainer leidt, Lex nu tweede is, Willem Vriend op plek drie rijdt en Jan Frensch vierde is. Herstel, in ronde negen leidt Lex voor Dennis, Rainer en Willem. Nee, wacht… in ronde tien is het weer anders; Rainer voor Dennis, Lex en Willem met Jan Frensch op het vinkentouw. Ronde twaalf, Rainer, Dennis, Lex, Willem en Jan. Dan is er een gat naar Mies van Grunsven en zijn gevecht met Eric Janssen. Eric probeert Mies in te halen bij het verlaten van de Gorgeollesbocht, maar hij komt er niet langs. Ronde dertien is bijzonder, het is een zeldzame ronde waarbij de top vijf gelijk is aan de twaalfde omloop. Kortstondig leidt Lex in de veertiende ronde; niet dat Jan Frensch hier genoegen mee neemt, hij trapt dermate hard door dat hij bij de exit uit de Gorgeollesbocht overstuur heeft. Mark Jobst is in die bocht aan het kijken naar de mogelijkheden om zijn RAEK Racing teamgenoot John Hoogland voorbij te steken, een actie die hij iets verder op het rechte stuk zal volbrengen. Rainer von Klier zag Lex Peters kortstondig naar de leiding gaan, maar stelde orde op zaken. Met een relatief grote voorsprong van een halve seconde wint hij de race, voor Lex en Dennis de Groot. Willem Vriend wordt vierde, voor een uitstekend rijdende Jan Frensch. Complimenten moeten er ook zeker naar Eric Janssen gaan, “Van plaats negentien naar plaats zes!” glundert hij, “Na de Code 60 heb ik drie rijders kunnen pakken. Ik had een mooi gevecht met Yves en toen ik hem voorbij was kon ik een klein gat slaan zodat hij niet meer uit mijn slipstream kon komen. Een leuke race,” zo besluit hij. Rainer von Klier is tevreden, hoewel… “Ik ben niet alleen winnaar, maar ook slachtoffer!” zo lacht hij na de champagnedouche die hij op het podium ontving. “Het ging zeer goed, ik ben erg tevreden. Ik had een slechte start, maar kon weer inhalen.” Michiel van Beuzekom finishte als laatste, maar “Ik ga twee seconden beter dan gisteren, helaas kon ik ze niet allemaal achter me houden,” zo memoreert hij hoe Max Snoeck na diens tijdverlies alsnog Michiel verschalkte. Willem Berendse was in zijn nopjes: “Het ging super. Ik had wel een slechte start, maar ik kon Koen Joustra inhalen, Luc Brandts ging ik voorbij en ik ben langs Patrick Boxem gekomen. Mijn dag kan al niet meer stuk.” Voor Koen waren de technische problemen voorbij: “De auto liep goed, maar nu moet ik zelf nog in een ritme zien te komen.” Danny Lammer is, “Nog een beetje roestig, de auto is goed maar ik heb zelf het rechte stuk nog niet helemaal door. Jan Frensch heeft dit keer een camera bij mij gemonteerd dus ik moest wel bij de mensen voor me blijven, voor de beelden.” Eén naam wordt gemist in het verslag van race twee: Ronald Lenters. Hij legt uit waarom: “Ik spinde in de eerste bocht, ik ging er gewoon te hard in. De buitenkant van de bocht is glad en daardoor kwam ik in de grindbak. Nadat de rescueauto mij uit het grind getrokken had ben ik de pits in gegaan om de auto te laten controleren. We hebben meteen de afstelling onder de loep genomen, die stond niet super en dat hebben we kunnen verbeteren. Ik wil dus in de derde race door het veld heen rijden.”
Met twee races gereden zijn er twee kandidaten voor de evenementsoverwinning, Rainer von Klier en Willem Vriend. Bij de start van de derde race gebeuren er veel dingen, maar twee springen eruit: Rainer von Klier is heel goed weg. Zelfs beter dan de startlichten, wat hem een drive through straf zal opleveren met een fiks aantal plaatsen verlies. De andere kandidaat, Willem, heeft een slechte start en komt pas als achtste door. Bij de start was Rainer te vroeg weg, hield in en ging weer op pad. Dat leidt ertoe dat Lex Peters de leiding kan hebben bij de Gauchebocht, alwaar Dennis de Groot hem inhaalt. Michiel van Beuzekom spint, achter in het veld, maar kan zijn weg vervolgen. Na één ronde leidt Rainer weer, maar zoals Dijon ons inmiddels leert duurt dat niet lang. Lex Peters neemt de kop met Dennis de Groot in de achtervolging, tot Dennis de vierde ronde een mogelijkheid ziet en Lex in de Gauchebocht inhaalt. Koen Joustra en Patrick Boxem voeren ook in het verre buitenland het DNRT motto ‘we kunnen met elkaar door de bocht’ feilloos uit door naast elkaar door de Gauchebocht te gaan. Koen glijdt wel even richting de #28 van Patrick, maar hij houdt de auto onder controle. Inmiddels heeft Rainer zijn drive through straf ingelost en neemt weer deel aan de race. In de zesde ronde is het Dennis nog aan de leiding als Michiel van Beuzekom voor de tweede maal spint. Ditmaal kan hij niet wegkomen en wordt er de gele vlag gezwaaid. Die geldt alleen voor de Gauchebocht, de Gorgeollesbocht is nog vrij en daar heroverd Dennis de koppositie op Lex, een positie die hij bij de Parabolique was kwijtgeraakt. Een auto van de organisatie zorgt ervoor dat de #11 van Michiel veilig weggesleept wordt. Het snelle optreden is echter niet snel genoeg om een Code 60 te voorkomen.
In de negende ronde is de auto van Michiel veilig weggesleept waarna hij erin slaagt zijn voiture weer aan de praat te krijgen en zijn weg te vervolgen. Dat is voor de wedstrijdleiding het teken de groene vlag te laten zwaaien. Nu is het zo dat er bij het zien van de groene vlag weer geracet mag worden. Echter, de groene vlag wordt gezwaaid door de baanposten en die zijn op de verschillende plekken op de baan beter en minder goed te zien. Dat betekend dat sommige rijders eerder op het gas gaan dan anderen. Dat is het misverstand tussen Mies van Grunsven en Yves Deplus bij de Gorgeollesbocht. Mies gaat op het gas, omdat hij de groene vlag al gezien heeft, maar Yves was al voorbij dat punt en kon de volgende baanpost nog niet zien. Het gevolg is een aanrijding tussen de beide rijders waarbij Mies en Yves de strijd moeten staken. Patrick Boxem rijdt er dicht achter en moet via de grindbak uitwijken. Het gevolg is dat er een nieuwe Code 60 ingesteld wordt om de marshalls de gelegenheid te geven de auto van Mies naar een veilige plek te verhuizen. Yves Deplus weet op eigen kracht de paddock te bereiken. Daar staan al de auto’s van John Hoogland en Willem Berendse. John legt uit: “Yves spinde bij het opkomen van het rechte stuk, daardoor ging ik van het gas en spinde ook. Ik raakte Yves niet, maar achter mij spinde Willem en hij raakte mij weer.”
Op de baan is de Code 60 opgeheven en mag men weer los. Dat gaat ditmaal zonder problemen en incidenten. Op het rechte stuk probeert Jan Frensch vanuit de slipstream voorbij Hans Wellink te komen om zo het gat te dichten naar Ronald Lenters die zijn woorden na de tweede race helemaal waarmaakt en al opgeklommen is naar de vierde positie. Voor Ronald rijden Lex Peters, Willem Vriend en, als leider, Dennis de Groot. Maar in de veertiende ronde zien we Willem Vriend ineens langzaam door de Gauchebocht rijden. De marshalls zwaaien met de gele vlaggen en bij de Gorgeollesbocht zien we Willem niet meer langskomen. Een zeldzame uitvalbeurt. “Het acculampje brandde al bij de start, tijdens de Code 60 begon hij weer te branden en nu valt de auto stil met een lege accu,” treurt Willem, “ik was net van plan aan te vallen voor de overwinning.” Vooraan verslaat Lex Peters Dennis de Groot met 0.018 seconde, voor Ronald Lenters en Jan Stakenburg. Jan Frensch en Hans Wellink maken de top zes vol.
De vorige race in Zandvoort was, zeker voor de overwinning, erg simpel. Willem Vriend pakte het maximum aantal punten. Willem Vriend wint het evenement. In Dijon is het anders. Willem Vriend wint race één. Rainer von Klier wint race twee. Lex Peters wint race drie. Dan moet de rekenmachine erbij gehaald worden. Na het optellen van alle punten is het Jan Frensch die de prijzen mag uitreiken, als podiumsponsor zijnde met easyWash, en is hij de persoon die de beker van plaats drie mag overhandigen aan Rainer von Klier, met 102 punten. Tweede is geworden Dennis de Groot met 103 punten. Winnaar van het evenement, met 107 punten, is Lex Peters. Willem Vriend is vierde geworden, Jan Frensch zelf is vijfde met Jan Stakenburg als zesde.
In de tussenstand is het zo mogelijk nog spannender. Jan Frensch is zesde in de strijd om de titel met 133 punten. Voor hem, op plaats vijf, is het Mark Jobst (134 punten) met RAEK Racing een uitstekend debuutseizoen beleeft. Op plaats vier is het de equipe Hayley Lazell/Hans Wellink met 140 punten. Derde is Ronald Lenters met 148 punten. Aan de leiding gaan Lex Peters en Willem Vriend. Beide MB Motorsport rijders hebben 176 punten. Dan wordt er gekeken naar het aantal overwinningen en dan is het Willem Vriend die drie overwinningen achter zijn naam heeft staan, tegenover de ene van Lex.
De volgende race van de uitermate spannende Plusprint.be Westfield Cup is op 10 juni op Circuit Zandvoort.